Wat is Osteopathie?

 

Volgens onze beroepsorganisatie, UPOB-BVBO:


"Osteopathie is een manuele, diagnostische en therapeutische benadering voor het behandelen van functiestoornissen in de mobiliteit van gewrichten en weefsels in het algemeen, en voor het vaststellen van het aandeel ervan in het ontstaan van ziekteverschijnselen."
Belgische Academie voor Osteopathie vzw

“Osteopathy is a system of medicine that emphasizes the theory that the body can make its own remedies, given normal structural relationships, environmental conditions, and nutrition. It differs from allopathy primarily in its greater attention to body mechanics and manipulative methods in diagnosis and therapy. »
World Health Organization (WHO)

"Osteopathie is een therapeutische en diagnostiche* manuele benadering van de pathologieën. In het kader van een eerstelijnsopvang van de patiënten, richt ze zicht uitsluitend op het dysfonctioneren van het locomotorische stelsel en het perifere zenuwstelsel. Osteopathische pathologieën die niet in de bovenvermelde definitie vallen, worden in de tweede lijn benaderd"
* Onder "diagnostische" verstaat men een werkhypothese in het diagnoseproces.
Kamer osteopathie (advies K2)


Een osteopathische benadering is gebaseerd op een goed besef van de grondbeginselen van eenheid van lichaam en geest, van de zelfregulering van het menselijk lichaam en van het wederzijds verband tussen structuur en functie.

Hieronder volgt meer informatie bij enkele karakteristieken van de osteopathie, die misschien niet als exclusief kunnen worden beschouwd voor het beroep maar die wel deel uitmaken van haar conceptueel kader en aldus haar identiteit weergeven:

  • een specifieke klinische praktijk die voornamelijk gericht is op het gebruik van de handen met een diagnostisch en therapeutisch doel;
  • de sterke verwevenheid van structuur en functie van de patiënt/zorgconsument met daaraan gekoppeld de grote waarde die er gehecht wordt aan het bewegingsstelsel;
  • het op de voorgrond plaatsen van de patiënt/zorgconsument en niet van de ziekte (patient-centered en niet disease-centered);
  • het grote belang van het herstel van functie;
  • een groot vertrouwen in de eigen mogelijkheden van het lichaam om zichzelf te genezen;
  • het op het voorplan stellen van de gezondheid en de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt/zorgconsument hierin.